HOOGGRADIGE PLAVEISELCEL INTRAEPITHELIALE LAESIE

HOOGGRADIGE PLAVEISELCEL INTRAEPITHELIALE LAESIE
John M. Bauer, MD

Het is niet ongebruikelijk dat er in de conventionele Pap-uitstrijk kleine, abnormale cellen worden gevonden met HSIL, die vastzitten in slijm of die verstopt zitten in groepen cellen in achtergrondmateriaal. Monsters die worden verwerkt met het ThinPrep systeem, hebben een ander uiterlijk, omdat het slijm en het materiaal verspreid worden. Bij gebruikmaking van een sterkere vergroting komen de kleine HSIL-cellen naar voren, afzonderlijk of in kleine groepjes, tegen de achtergrond van de celsamenstelling. Deze cellen zouden een waarschuwing voor u moeten zijn om meer te focussen op het aanwezige materiaal en om te zoeken naar aanvullende diagnostische groepen van hooggradige afwijkende epitheelcellen. Als deze kleine losse cellen of groepen bij een kleine vergroting worden waargenomen, is het nuttig om een gedeelte van de objectglaasjes onder een sterkere vergroting te “screenen”. Het is belangrijk om op te merken dat de dispersiefase van het ThinPrep systeemproces echte epitheelgroepen niet op zal splitsen, maar dit gebeurt voornamelijk door de dyshesieve aard van hooggradige laesies, er zullen meer losse cellen aanwezig zijn, dit zijn de “sleutel”cellen waar naar gezocht moet worden.


De criteria voor HSIL op de ThinPrep ®Pap Test zijn als volgt: Het meest belangrijke criterium voor HSIL is de aanwezigheid van asymmetrische 3-D irregulaire kernmembranen. Dit is een concept dat heel goed begrepen moet worden om HSIL te kunnen interpreteren. Er zal een abnormaliteit aan de structuur van de dysplastische nucleus zijn, die alleen grondig geëvalueerd kan worden door de individuele cel van boven tot onder te focussen. Dit is het moeilijkste te demonstreren op een 2B-D foto, maar is wel erg belangrijk.

Stel je voor dat je van boven naar beneden focust op een bloemkool, een gesloten vuist, een honkbalhandschoen of een keelamandel. Hoe zou het oppervlak van een rozijn er uitzien? Een normale kern heeft een relatief ronde of ovale vorm en een glad oppervlak. Een dysplastische cel zal bulten, bobbels, plooiing, scheuren en rare uitsteeksels hebben. Deze zeer speciale abnormaliteiten vormen de essentie van dysplasie, met name HSIL. Dit is juist het detail dat vaak verloren gaat in de conventionele cytologie door de verschillende artefacten van fixatie en kleuring, die de mogelijkheid om deze conventionele uitstrijkjes te interpreteren, beperken.

Deze 3-D nucleaire structuurabnormaliteiten moeten onderscheiden worden van gewone onregelmatige kernomtrekken, die vaak aanwezig zijn als een tweedimensionaal fenomeen in goedaardige cellen bij de ThinPrep® Pap-test. Ze zijn tweedimensionaal in die zin dat deze “plooien”, als de onderzoeker van boven naar beneden focust, niet kunnen worden gevonden in het midden van de kern in de vorm van plooien, bergen, enzovoort. Nieuwelingen kunnen deze verwarren met andere items.

Deze 3-D structuurabnormaliteiten hoeven niet in elke dysplastische cel aanwezig te zijn op het objectglaasje, maar ze zullen tenminste in een paar cellen ergens op het objectglaasje te zien zijn. Het is duidelijk dat de mogelijkheid om “in” de celkern te kijken, direct in verband wordt gebracht met de kwaliteit van de kleuring. (Alle ThinPrep® Pap-testen maken het visualiseren van celveranderingen gemakkelijker in vergelijking met conventionele Pap-uitstrijkjes, maar te veel kleuring of gebruik van verouderde reagentie zal van directe invloed zijn op het meest kritische onderdeel van de beoordeling). Deze 3-D nucleaire structuurdefecten zouden ook asymmetrisch moeten zijn, in tegenstelling tot kerngleuven of eenvoudige kreukels die de volledige breedte van de kern betrekken, waardoor soms een moeilijke dubbelganger wordt gecreëerd. De aanwezigheid van deze overdreven 3-D kernabnormaliteiten, bepaalt de diagnose HSIL.

CytologyStuff