ABNORMALITEITEN EPITHEELCELLEN

ABNORMALITEITEN EPITHEELCELLEN

ENDOCERVICAAL ADENOCARCINOOM:
Raheela Ashfaq, MD

Decellen van endocervicaal adenocarcinoom zoals ze gepresenteerd worden op de ThinPrep® zijn goed gepreserveerd en behouden de klassieke glandulaire structuren en rangschikkingen, zoals waargenomen is bij andere vloeibare verzamelmethoden, bijv: adenocarcinoom in lichaamsvocht niet-gyneacologische monsters. De diagnose adenocarcinoom heeft de afgelopen jaren aan belang toegenomen, door zowel een relatieve als absolute toename in de mate van voorkomen. Helaas is deze diagnose altijd moeilijk bij conventionele monsters van de cervix, te wijten aan incomplete monsterverzameling van het endocervicaal kanaal of slechte preservatie van glandulair materiaal.

De juiste diagnose van endocervicaal adenocarcenoom zal erg afhangen van de mate van de invasieve laesie als ook de aan-of afwezigheid van een tumordiathese. Goed gedifferentieerde laesies kunnen moeilijk te onderscheiden zijn van in situ laesies en meestal wordt de definitieve diagnose gebaseerd op de chirurgische biopsiemonsters. Door de snelle fixatietechniek die bij de ThinPrep pap-test gebruikt wordt, dient de eerste nadruk niet gelegd te worden op alleen de weefselarchitectuur, maar ook op de kerneigenschappen. Criteria zoals onregelmatigheden in kernmembraan en chromatinepatroon zijn een belangrijke ondersteuning voor de cytoloog in het differentiëren van neoplastische glandulaire laesies van een benigne reparatief proces. De afwezigheid van luchtdroging resulteert in een helderder beeld van de kerneigenschappen en elimineert de vlekkerigheid bij de chromatinekleuring, waardoor de diagnose minder moeilijk wordt.

Net als bij andere diagnostische entiteiten, kan een reeks glandulaire ziekten het adenocarcinoom vergezellen in de vorm van AIS. Het is bij een grote biopsiecorrelatie van groot belang dat in het laboratorium gescreend blijft worden op de meest ernstige vorm van de laesie.

Een nauwkeurige diagnose van endocervicaal adenocarcinoom is het eenvoudigst als er adequate monsterverzameling van de laesie heeft plaatsgevonden, resulterend in meerdere lagen en groepen atypische cellen, die eenvoudig gevisualiseerd worden bij een sterkere vergroting. De klassieke criteria van tweedimensionale lagen en groepen zijn aanwezig en deze groepen beginnen ronder te worden. Er zijn minder aanwijzingen voor de glandulaire differentiatie die geobserveerd wordt bij AIS in de vorm van stroken, pseudostratificaties en opeenstapeling. De driedimensionale clusters kunnen uitschulpingen aan de randen van de groep vertonen, waarbij de kern uitsteekt in het cytoplasma. Veelvuldige insnoering kan ook worden waargenomen. (dit is niet uitsluitend een kenmerk van endocervicale of endometriale laesies).

Kernmorfologie van endocervicaal adenocarcinoom variëert met de differentiatie van de laesie. Goed gepreserveerde kernen vertonen fijnkorrelig, hyperchromatisch, gelijkmatig verdeelde chromatine, het meest lijkend op de kernen van AIS. Als de laesie verder vordert, lijken de kernen meer en meer atypisch. De kernen zijn vergroot en nemen 2/3 of meer van het cytoplasma in beslag. Het chromatine wordt korreliger en wordt meestal onregelmatig verdeeld en vertoont grote lege plekken in het parachromatine. Er zijn ook onregelmatigheden van celkernmembranen te zien, hoewel deze de neiging hebben eerder golvend en glad te zijn, dan met “happen eruit” en “grasputjes”, zoals te zien is bij squameuze laesies. Er kunnen macronucleoli aanwezig zijn en kunnen onregelmatig in hun presentatie zijn. Een necrotische tumordiathese en/of bloed kunnen voorkomen en samen met de cellulaire kenmerken, zullen ze assisteren bij het stellen van de diagnose van invasieve laesie.


De cytologische criteria voor endocervicaal adenocarcinoom, zijn als volgt:


Image 3

Endocervicaal adenocarcinoom
Glandulaire celclusters worden afgerond in PreservCyt-oplossing en kunnen uitschulpingen aan de randen van de groep vertonen. Let op de gladde, duidelijke cytoplasmische grenzen aan de rand van de groep.
40x
Endocervicaal adenocarcinoom
Glandulaire celclusters worden afgerond in PreservCyt-oplossing en kunnen uitschulpingen aan de randen van de groep vertonen. Let op de gladde, duidelijke cytoplasmische grenzen aan de rand van de groep.
40x

Image 4

Endocervicaal adenocarcinoom
Er kan veelvuldig insnoeren worden waargenomen in zowel endocervicaal adenocarcinoom, als in endometriaal adenocarcinoom.
60x
Endocervicaal adenocarcinoom
Er kan veelvuldig insnoeren worden waargenomen in zowel endocervicaal adenocarcinoom, als in endometriaal adenocarcinoom.
60x

Image 5

Endocervicaal adenocarcinoom
Kernen zijn vergroot, nemen vaak meer dan 2/3 van het cytoplasma in beslag en blijven doorgaans rond tot ovaal, met golvende celkernmembranen.
60x
Endocervicaal adenocarcinoom
Kernen zijn vergroot, nemen vaak meer dan 2/3 van het cytoplasma in beslag en blijven doorgaans rond tot ovaal, met golvende celkernmembranen.
60x

Image 6

Endocervicaal adenocarcinoom
Celkernmembranen zijn verdikt en onregelmatigheden in celkernmembranen zijn golvend, in tegenstelling tot de “rattenbeet”-membranen die ook wel in squameuze laesies gezien wordt.
40x
Endocervicaal adenocarcinoom
Celkernmembranen zijn verdikt en onregelmatigheden in celkernmembranen zijn golvend, in tegenstelling tot de “rattenbeet”-membranen die ook wel in squameuze laesies gezien wordt.
40x

Image 7

Endocervicaal adenocarcinoom
Chromatinepatronen variëren van fijn tot grofkorrelig en kunnen gelijkmatig verdeeld lijken, hoewel ze grof en klonterig zijn. Kernen lijken hyperchromatisch en vertonen een groter focus in vergelijking met de normale entiteit.
60x
Endocervicaal adenocarcinoom
Chromatinepatronen variëren van fijn tot grofkorrelig en kunnen gelijkmatig verdeeld lijken, hoewel ze grof en klonterig zijn. Kernen lijken hyperchromatisch en vertonen een groter focus in vergelijking met de normale entiteit.
60x

Image 8

Endocervicaal adenocarcinoom
Er kunnen grote lege plekken in het parachromatine te zien zijn en de kernen zullen een grotere scherptediepte vertonen in vergelijking met de normale endocervicale componentkernen.
60x
Endocervicaal adenocarcinoom
Er kunnen grote lege plekken in het parachromatine te zien zijn en de kernen zullen een grotere scherptediepte vertonen in vergelijking met de normale endocervicale componentkernen.
60x

Image 9

Endocervicaal adenocarcinoom
Nucleoli, indien aanwezig, zijn prominent en vaak multipel en onregelmatig.
60x
Endocervicaal adenocarcinoom
Nucleoli, indien aanwezig, zijn prominent en vaak multipel en onregelmatig.
60x

Image 10

Endocervicaal adenocarcinoom
Er kan tumordiathese aanwezig zijn en verschijnt als een “geweven sluier” met een compactheid of lineaire presentatie van materiaal in het centrum en een gerafeld of uitgetrokken uiterlijk van het materiaal langs de randen van de groep.
60x
Endocervicaal adenocarcinoom
Er kan tumordiathese aanwezig zijn en verschijnt als een “geweven sluier” met een compactheid of lineaire presentatie van materiaal in het centrum en een gerafeld of uitgetrokken uiterlijk van het materiaal langs de randen van de groep.
60x

Image 11

Endocervicaal adenocarcinoom
Cellen van endocervicaal adenocarcinoom kunnen vergezeld gaan van rode spookbloedcellen.
60x
Endocervicaal adenocarcinoom
Cellen van endocervicaal adenocarcinoom kunnen vergezeld gaan van rode spookbloedcellen.
60x

LOOK ALIKES*:

ENDO CERVICAAL
ADENOCARCINOOM
ADENO-CARCINOMA-
IN-SITU
ENDO-CERVICAAL HERSTEL PLAVEISELCEL CARCINOOM (INGROEI IN DE KLIERBUIZEN)
Weefsel-presentatie Enkele losse cellen en tweedimensionale lagen en clusters met goed afgebakende groepsgrenzen (geschulpte randen) Stroken glandulair epitheel die pseudo-
stratificatie vertonen,
met veervormige structuur, rozetten, enkele losse cellen
Platte lagen epitheel Onherroepelijk squameuze component, lagen slecht afgebakend epitheel, met schuimachtig cytoplasma en geen doorslaggevende glandulaire differentiatien
Cytoplasma Fijn gevacuoliseerd met
predominant multipele discrete vacuolen, N/C-ratio 2:1
Gevacuoliseerd, behouden enige cilindrische differentiatie, toegenomen N/C-ratio Overvloedig, “weefselcultuur” uiterlijk, N/C-ratio laag Fijn gevacuoliseerd, geen discrete vacuolen, slecht gedefinieerd cytoplasma bij groepsranden (gerafeld uiterlijk)
Kern Vergroot, rond tot ovaal Vergroot, rond tot langwerpig Variabel in grootte binnen groep Variabel, rond tot ovaal
Kernmembraan Glad tot onregelmatig (golvend)
verdikt
Glad tot licht onregelmatig Smooth Glad tot onregelmatig (happen en putjes)
Chromatine Grof, ongelijkmatig verdeeld, grote lege plekken in parachromatine
grotere dieptescherpte.
Fijnkorrelig, gelijkmatig verdeeld, hyper-
chromatisch, toegenomen scherptediepte
Fijn tot grofkorrelig, gelijkmatig verdeeld,
hypochromatisch, platte focu
Fijnkorrelig, gelijkmatig verdeeld, toegenomen scherptediepte
Nucleoli Groot, prominent, glad tot onregelmatig, los tot multipel Onduidelijk tot middelmatig in grootte en regulier Klein, soms multipel, in elke kern Afwezig tot incidenteel, klein

* De lezer moet er op letten dat bovengenoemde criteria van toepassing zijn op de klassieke verschijning van elke diagnostische entiteit en dat deze entiteiten kunnen overlappen in hun criteria, waardoor het stellen van een definitieve diagnose bemoeilijkt. Deze criteria zijn bedoeld om te gebruiken als een richtlijn voor basiscriteria, waardoor een reeks van epitheliale verschijningen en diagnostische drempels in overweging kunnen worden genomen.


Image 12

Look alikes

Endocervicaal adenocarcinoom 40x
Look alikes

Endocervicaal adenocarcinoom
40x

Image 13

Look alikes

Adenocarcinoom in situ
60x
Look alikes

Adenocarcinoom in situ
60x

Image 14

Look alikes

Endocervicaal herstel
40x
Look alikes

Endocervicaal herstel
40x

Image 15

Look alikes

Plaveiselcelcarcinoom met betrokkenheid halsspier
60x
Look alikes

Plaveiselcelcarcinoom met betrokkenheid halsspier
60x

AANBEVOLEN LITERATUUR:

  1. Ashfaq R et al: ThinPrep Pap Test accuracy for glandular disease. Acta Cytol 1999;43: 81-85.
  2. Bai H et al: ThinPrep® Pap Test promotes detection of glandular lesions of the endocervix. Diag Cytopathol 2000; 23 (1): 19-22.
  3. Johnson JE and Rahemtulla A: Endocervical glandular neoplasia and its mimics in ThinPrep Pap Tests. A descriptive study. Acta Cytol 1999; 43(3): 369-75.
  4. Roberts JM et al: Comparison of ThinPrep and Pap Smear in relation to prediction of Adenocarcinoma In Situ. Acta Cytol 1999 Jan-Feb:43(1):74-802
  5. Smith HO et al: The rising incidence of adenocarcinoma relative to squamous cell carcinoma of the uterine cervix in the United States – A 24-year population-based study. Gynecol Onc 2000; 78, 97-105

Terug naar begin

CytologyStuff