Geschiktheid specimen

Geschiktheid specimen
James Linder, MD

Ten einde een Pap monster juist te interpreteren, moet het adequate aantallen plaveiselepitheelcellen bevatten. De terminologie van de Bethesda 2001 conferentie beveelt aan dat de Pap testen worden onderverdeeld in “voldoende beoordeelbaar” of “onvoldoende beoordeelbaar”. De categorie “voldoende maar beperkt door” die een component van voorgaande Bethesda schema’s vormde, werd geschrapt. Een beschrijving van de aan- of afwezigheid van een component van de endocervicale/transformatiezone en willekeurige overige kwaliteitsfactoren kunnen opgenomen worden als een beschrijvende component van “voldoende”, maar kunnen de nauwkeurigheid niet “begrenzen”. Er moeten tenminste 10 goed gepreserveerde endocervicale of plaveiselmetaplastische cellen waargenomen worden om te melden dat een transformatiezone component aanwezig is. Als het monster een hooggradige laesie of kanker vertoont, is het niet nodig om de aan-/afwezigheid van een transformatiecomponent te vermelden.

VOLDOENDE BEOORDEELBAAR

Normaal gesproken is er een minimum van 5000 goed gevisualiseerde/gepreserveerde plaveiselcellen nodig om een preparaat voldoende te beschouwen, onder volgend voorbehoud:

  • Het is bekend dat strikt objectieve criteria niet op elk geval toepasbaar zijn. Bijvoorbeeld objectglaasjes met celclusters, atrofie of cytolyse zijn technisch moeilijk te tellen en laboratoria dienen bij de beoordeling van deze glaasjes hun professionele inzicht en een hiërarchisch evaluatieproces te gebruiken.
  • Niet ieder monster vereist dat er een telling wordt uitgevoerd om celrijkdom te beoordelen. Als de cytologisch analist denkt dat er minder dan 5000 goed gevisualiseerde/gepreserveerde plaveiselcellen aanwezig zijn, kan een volgend telschema gebruikt worden.

Elk monster met abnormale cellen, is per definitie voldoende beoordeelbaar. Als het noodzakelijk is om plaveiselcellen te tellen op een ThinPrep objectglaasje moeten er minimaal 10 velden geteld worden langs een diameter die het midden van het preparaat omvat. Het gemiddelde aantal cellen per microscopisch veld voor het verkrijgen van 5000 cellen, wordt weergegeven in de volgende tabel.

PREP DIAM mm
GEBIED
20
314,2
FN20 oculair/10X objectief Aantal velden met FN20 10X
# Aantal cellen/veld voor 5000 totaal
100
50.0
FN20 oculair/40X objectief Aantal velden met FN20 40X
Aantal cellen/veld voor 5000 totaal
1600
3.1
FN22 oculair/10X objectief Aantal velden met FN22 10X
Aantal cellen/veld voor 5000 totaal
82.6
60.5
FN22 oculair/40X objectief Aantal velden met FN22 40X
Aantal cellen/veld voor 5000 totaal
1322
3.8

 

Voor mensen die een oculairlens gebruiken die niet vermeld wordt, is de formule:

Aantal benodigde cellen per veld =5000 / (oppervlakte / oppervlakte oculair)

De diameter van een oculair- of microscopisch veld in millimeters is het veldaantal van het oculair gedeeld door de vergroting van het objectief. Het gebied van het veld kan dan worden vastgesteld door de formule voor het gebied van een cirkel [pi X (radius in het kwadraat)].

Voor objectglaasjes die verwerkt worden met het ThinPrep® Simulatiesysteem, moet de adequaatheid worden vastgesteld zoals wordt beschreven in de bedieningshandleiding.

Volgens Bethesda 2001 is de aanvullende informatie op de betekenis van adequaatheid voldoende en implicaties voor de follow-up van de patiënt kunnen optioneel in een begeleidend schrijven vermeld worden. Als de verwerkte Pap uitstrijken onbevredigend zijn, kost dit veel tijd en inspanning. Hoewel deze monsters een epitheliale laesie niet kunnen uitsluiten, kan wel wat bruikbare informatie (aanwezigheid van infectueuze organismen, enz.) worden geleverd, wat een richting kan geven aan verder patiëntbeheer. Voorgestelde formulering van Bethesda 2001 om resultaten te verduidelijken is als volgt:

A) Afgewezen Pap:
Monster afgewezen (niet verwerkt) omdat ____(monster niet gelabeld, objectglaasje gebroken, enz.)

B) Volledig beoordeeld, onvoldoende Pap:
Monster verwerkt en bestudeerd, maar onvoldoende beoordeelbaar op epitheliale abnormaliteit omdat _____ (onvoldoende plaveiselcelepithelium door bloed, enz.) Aanvullend commentaar/aanbevelingen, waar nodig.

STORENDE FACTOREN
Monsters met >75% onbeoordeelbare cellen moeten als onvoldoende aangemerkt worden (aangenomen dat er geen abnormale cellen aanwezig zijn). Als er 50-75% onbeoordeelbare cellen zijn, moet een verklaring opgenomen worden waarin staat dat het monster gedeeltelijk verstoord is, het voldoendepredicaat vergezellen.

De afbeeldingen in deze atlas zullen een enorme verscheidenheid aan celmonsters weergeven die adequaat plaveisel- en glandulair materiaal bevatten. Met het oog op dit onderwerp, zijn ook de afbeeldingen die het minimum aantal cellen voor adequaatheid bevatten ook opgenomen, net zoals voorbeelden van componenten van transformatiezone.

CytologyStuff